Spaarders krijgen niet vanzelfsprekend rechtsherstel box 3

17-05-2024

Spaarders krijgen niet vanzelfsprekend rechtsherstel box 3

Volgens de Bond voor Belastingbetalers (BvB) worden mensen die over 2023 alleen belasting in box 3 betalen voor bank- en spaartegoeden achtergesteld bij mensen die dit ook betalen over beleggingen. De BvB is ontevreden dat de uiteindelijke belastingaanslag van 2023 voor beleggers wordt uitgesteld in afwachting van de uitspraak van de Hoge Raad in september 2024. Terwijl dit niet geldt voor mensen met alleen spaartegoeden en banktegoeden in 2023 waar vermogensrendementsheffing over betaald moet worden. 

Update 4 juni 2024: De Hoge Raad doet op 6 juni al uitspraak

Over 2021 en 2022 hebben beleggers ook geen definitieve belastingaanslag gekregen. Wie alleen bank- en spaartegoeden had heeft die wel gekregen. Om aanspraak te maken op mogelijk rechtsherstel moet deze groep spaarders zelf individueel bezwaar maken tegen de definitieve belastingaanslag over 2023. Anders kunnen zij geen aanspraak maken op een mogelijk voordelige uitspraak van de Hoge Raad.   

Box 3: waar draait het om?  

In december 2021 oordeelde de Hoge Raad dat de box 3-belasting oneerlijk was. Dit door het gebruik van "onrealistische" fictieve rendementen. In plaats daarvan moet er volgens de Hoge Raad met werkelijke rendementen gerekend worden. Spaarders spanden een rechtszaak aan en de Hoge Raad oordeelde dat de spaartaks in strijd was met het Europese Recht. De Hoge Raad doet na augustus 2024 uitspraak over de hersteloperatie en de overbruggingsheffing van de ‘spaartaks’.  

In 2027 zou het stelsel, dat werkelijke rendementen op vermogen belast, in moeten gaan. Tot die tijd is er een overbruggingsheffing die met ‘veronderstelde’ rendementen werkt over verschillende soorten vermogens zoals bank- en spaartegoeden, of beleggingen en andere bezittingen. 

In 2021 en 2022 was het veronderstelde rendement op spaargeld 0,01% en 0%. Aan het begin van 2023 was dat voor bank- en spaartegoeden vastgesteld op 0,36% in de voorlopige belastingaanslag. Maar begin 2024 werd dat opgehoogd naar 0,92%, een vervelende verassing voor spaarders. De Hoge Raad spreekt zich naar verwachting na augustus 2024 uit over de hersteloperatie en de tijdelijke vermogensheffing in box 3. Ze zullen zo mogelijk ook oordelen dat het percentage waarmee gerekend wordt in het gehele belastingjaar vast moet staan zodat belastingbetalers weten waar ze aan toe zijn.  

Belasting betalen over geen rendement 

Demissionair staatssecretaris Marnix van Rij ziet geen brood in het verzoek van enkele Tweede Kamerleden om ook voor mensen die alleen bank- en spaartegoeden hadden in 2023 de definitieve aanslag uit te stellen. Van Rij wijst in zijn antwoord op de stijgende spaarrentes in 2023 en zegt dat meeste spaarders het vastgestelde rendement van 0,92% vast gehaald hebben. Maar mensen die in 2023 meer dan het heffingsvrij vermogen van €57.000 op een betaal- of spaarrekening met een lagere rente hadden staan betalen belasting over een rendement dat nooit behaald is. Met het weigeren van Van Rij om deze groep collectief tegemoet te zien kan het verstandig zijn voor spaarders om individueel bezwaar te maken tegen de definitieve aanslag. 

Bron: TaxLive, FD